LATIN-AMERICAN

Rumba

De Rumba is een muziek- en dansvorm die zijn oorsprong kent in Afrika.
Het woord zelf komt uit Spanje en betekent letterlijk ‘feest’. Een zanger doet zijn verhaal, enkel begeleid door percussie (enkele trommels en een houten blokje). Omstanders dansen, zingen en klappen mee. Door de slavenhandel is deze manier van muziek maken naar het Amerikaanse continent – in dit geval Cuba – gebracht. Daarnaast bestaat er ook een Spaanse Rumba en een (weergekeerde) Afrikaanse Rumba, beide geïnspireerd op die Cubaanse populaire muziek (son en salsa).

Originele Rumba

De originele Afrikaanse Rumba werd zeer snel gedanst. De bewegingen van de man waren agressief en die van de vrouw defensief. Het is de dans van de haan en de hen.

Cubaanse Rumba

In Cuba evolueerde de Rumba. Er zijn drie belangrijke vormen:
De yambú: een trage vorm, waarin een landelijk verhaal verteld wordt. Meestal om het feest te beginnen, met plaats voor de dans van de ouderen.
De guaguancó: sneller en vinniger. Een meer stadse vorm waarbij de verleiding in de dans centraal staat.
De Columbia: zeer snel en virtuoos. Met een competitief element in een acrobatische solo-dans.
Deze Cubaanse Rumba’s worden uitgevoerd op de tumbadora’s (conga’s) (een soort trommel waarop met de hand geslagen wordt), de claves (twee stokjes) en de catá (een soort woodblock). De (rumba-)clave is de ritmische basis, de eerste twee in een vierkwartsmaat, de laatste in 6/8.

Rumba in het hedendaagse dansen

De Rumba evolueerde naar een moderne dans nadat hij populair gemaakt werd door Xavier Cugat en zijn orkest in de Coconut Groove te Los Angeles tijdens de jaren twintig van vorige eeuw.
Rond 1954 werd de dans ook in Frankrijk en daarna in de rest van Europa ingevoerd en werd de uitvoering meer gestileerd met elegante bewegingen van armen en benen. De basis van die stijl werd gelegd door het dansduo Pierre en Lavelle in 1955.
Het ritme van de Rumba werd met de tijd steeds trager.
De 14-voudige wereldkampioenen Latin-dansen Donnie Burns en Gaynor Fairweather beïnvloedden die evolutie naar een nog trager ritme zodat ze snellere bewegingen konden maken in gesyncopeerde passen.
De Rumba wordt gezien als de dans der verleiding: in tegenstelling tot de Afrikaanse versie is het hier de vrouw die haar partner verleidt door hem beurtelings aan te trekken en dan weer af te wijzen.
Een typische beweging van de Rumba ziet men vooral in de heup op de eerste van de vier tellen. In de basispas (van een vereenvoudigde versie) gaat dit als volgt: voor (tel 2)- terug (tel 3)- zij (tel 4)- nu pas gewicht op deze heup plaatsen en dit been strekken (tel 1) waardoor deze heup hoog komt en de andere laag.
De rumba in het stijldansen heeft een ritme van 24/26 maten per minuut. Dit tempo lag enkele jaren nog een tweetal maten hoger.
De Rumba is één van de vijf Latin competitiedansen en is daarin de dans waarin de meeste persoonlijke expressie gelegd wordt.